Voordat de 2e pont komt

Voordat de 2e pont komt
© RTV Seaport / Dennis Gouda


Velsen heeft er vertrouwen in dat de 2e pont er komt. Maar voordat dat zo is, moet er nog veel gebeuren. Er is geld nodig, er is tijd nodig en een hele rits afspraken. Hieronder een overzicht.

Geld

Het geld moet komen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (subsidie uit de regeling ‘Netten op Zee’), en wordt beheerd & uitgekeerd door de provincie Noord-Holland. Er moet ook geld komen van Rijkswaterstaat, en van de drie IJmondgemeenten. Velsen heeft nog geld in de knip van het Rijk, dat gegeven werd voor de asielboot.

Tijd

Voordat Noord-Holland kan subsidiëren, moet eerst het geld van het Ministerie er zijn. Noord-Holland kan dat geld pas per 1 september 2024 vrijgeven, en dan duurt het nog acht weken voordat de subsidieaanvraag is verwerkt. Pas daarna kan de pont besteld worden – en duurt het ook nog een tijdje voordat hij gebouwd is.

Afspraken

Er zijn afspraken nodig – niet alleen over de subsidies, maar ook met Amsterdam en het Amsterdamse gemeente vervoer bedrijf GVB. Dan gaat het over risicoverdeling, operationele inzet en eigendom. De afspraken zijn belangrijk, omdat het beschikbare budget ‘leidend is’ (oftewel: meer geld is er niet), en er is geen ruimte voor financiële risico’s. De voorwaarden voor de subsidies moeten ook aansluiten of de afspraken met Amsterdam en het GVB. En andersom wil Amsterdam ook geen risico’s lopen.

GVB

Velsen maakt met Amsterdam afspraken over de prijs die moet worden betaald voor de extra diensturen die Velsen af gaat nemen. Die prijs is onderdeel van een nieuw contract dat Amsterdam met het GVB afsluit. De onderhandelingen daarover zijn gaande, maar een definitieve prijs komt pas in 2025. Velsen moet met de andere IJmondgemeenten bespreken hoe zij daarmee om willen gaan. En tot slot kunnen zaken als wisselende energieprijzen en inflatie ook nog een rol spelen.

Kosten en risico’s

Ook over de inzet van de 2e Velsense pont zijn afspraken nodig. Als de nieuwe pont er is, zijn er zes in totaal. Die worden op de drie veerverbindingen over het Noordzeekanaal ingezet (bij Velsen, Buitenhuizen en de Hembrug). Als er een pont stuk is, valt een van de andere in. Dat vraagt om goede afspraken over bij wie welke kosten en risico’s liggen wanneer die zich voordoen.

Tot zo ver de tussenstand. Het college houdt de gemeenteraad op de hoogte.