Sterkere bomen, minder bladluizen?

Plakkerige auto’s en gevels in de zomer – dat komt door bladluizen. De bestrijding daarvan gaat Velsen, vanwege de kosten, vanaf 2025 anders doen. Maatregel: de groei-omstandigheden van de bomen verbeteren, in de hoop dat dat werkt.

In het voorjaar en zomer geven bladluizen een nectar-achtige vloeistof af, honingdauw. Ze zitten vooral in lindebomen, maar door de warmere, drogere zomers krijgen ook andere bomen hiermee te maken. Die honingdauw valt op auto’s en plakt aan gevels, en betekent extra schoonmaakwerk voor de inwoners. Niet fijn. Dat snapt de gemeente heel goed.

Larven van lieveheersbeestjes

Velsen loste dit probleem tot nu toe op met biologische middelen: door zakjes larven van lieveheersbeestjes in de bomen te hangen. Lieveheersbeestjes eten graag bladluizen en kunnen zo de overlast verhelpen.

Boomspiegel groter maken

Maar het plaatsen van die zakjes is een dure maatregel, en Velsen moet op de financiën letten. Dus stopt de gemeente vanaf 2025 met die larven. Het geld dat daarmee bespaard wordt, gaat ze investeren in de verbetering van de groeiplaatsen van de bomen, bijvoorbeeld door de boomspiegels groter te maken. Een boomspiegel (of boomkrans) is het stuk grond rondom de stam van de boom waar lucht en water bij kunnen, en dat ideaal gesproken minstens zo groot is als de kruin van de boom.


Sterkere bomen

Velsen hoopt dat de bomen dan van zichzelf sterker worden en meer weerstand hebben tegen bladluizen. De gemeente is zich ervan bewust dat het probleem van de plakkerige auto’s en gevels daarmee niet in één keer is opgelost. De tijd zal leren of de nieuwe maatregel werkt.