Waarom de vrijwilligers in Velsen slecht vindbaar zijn
Dat er overal vrijwilligers gezocht worden, is tot daar aan toe. Maar dat het koken in buurtcentrum De Stek in Velsen-Noord over een maand niet meer twee, maar één keer in de week is, gaat Lydia Moreira van Welzijn Velsen wel heel erg aan het hart. “Het is gewoon zo jammer, eigenlijk voor iedereen.”
“Het is gezellig om te komen koken én om te komen eten”, zegt Lydia zittend aan één van de koffietafels in De Stek. Het ene na het andere belletje komt bij haar binnen vandaag en in de aangrenzende keuken is van alles aan de hand waar haar hulp bij gevraagd wordt, maar ze maakt graag even tijd.
“Iedereen is hier op dinsdag en donderdag welkom om te komen eten en dat is een fijn moment om even samen te zijn, sociaal contact te hebben. Dat is heel prettig voor veel mensen. Maar straks gaan we naar één keer in de week, afwisselend op dinsdag en donderdag. Dat is omdat we niet genoeg mensen hebben die hier dan willen en kunnen koken. Voor corona deden we dit zelfs drie keer per week…”, zegt ze met spijt in haar stem.
Corona, de arbeidsmarkt en meer
Het zit niet alleen het koken in Velsen-Noord tegen. In en rond Velsen staan er zo’n zeventig vrijwilligersvacatures open, volgens de website van Vrijwillig Velsen. Er staat van alles: van taalcoach tot wagenparkbeheerder bij stichting OID-IHG, tot klaverjasmaatje in IJmuiden.
Marjolijn Houwing, coördinator bij de organisatie, ziet ook dat het de laatste tijd wel erg lastig is om de vrijwilligersvacatures op te vullen. “Het werd al wat minder voor corona, maar in de coronaperiode kwam de klap. Veel mensen waren bijvoorbeeld bang voor besmettingen en stopten toen met hun vrijwilligerswerk.”
Nu is de ergste coronatijd misschien wel over, maar hebben die mensen hun weg terug naar hun klussen nog niet gevonden. Maar ook andere dingen zijn ongunstig voor de vrijwilligersmarkt: er zijn veel banen op de arbeidsmarkt.
Houwing: “Toen het een tijdje geleden wat minder goed ging met de economie en meer mensen hun baan verloren, zagen we bijvoorbeeld meer hoger opgeleiden die vrijwilligerswerk deden. Nu is er bijvoorbeeld erg veel vraag naar allerlei bestuursfuncties bij sportverenigingen. Blijkbaar is het voor veel clubs lastig om een penningmeester in eigen gelederen te vinden.”
Weinig tijd over
Veel mensen hebben de tijd gewoon niet, denkt Lydia. Dat kan ze niemand kwalijk nemen: “Denk aan ouderen die misschien wel vrijwilligerswerk willen doen, maar ook gewoon nog een baantje hebben om hun AOW aan te vullen. Of op hun kleinkinderen passen omdat kinderopvang duur is. Dan blijft er weinig tijd over voor wat vrijwilligerswerk.”
Dat herkent ze ook zelf: “Ik ben heel sociaal, ik wil graag vrijwilligerswerk doen. Maar naast mijn baan ben ik ook moeder en mantelzorger. Als ik ook nog wat tijd voor mezelf wil, dan lukt dat gewoon niet.”
Hartekreet
Toch ziet Houwing wel aanknopingspunten. “Ik zie dat er bij de aanmeldingen die we krijgen dertigers, veertigers en vijftigers zitten, niet alleen maar ouderen.”
“En ik weet dat er mensen zijn met een achterstand tot de arbeidsmarkt, of die de taal niet goed spreken, die best vrijwilligerswerk willen doen. Maar dan moet het werk soms een beetje passend gemaakt worden, of ze moeten erbij geholpen worden. Daar willen wij komend jaar mee aan de slag.”
Lydia hoopt dat haar hartekreet nieuwe mensen trekt. Met een knipoog: “En als het niet voor het koken is, dan zoeken we hier in De Stek ook nog mensen voor achter de bar.”