Met eigen mahshi, kofte en pakora even écht thuis in Velsen-Noord
Misschien wel voor het eerst voelde Velsen-Noord gisteren helemaal als thuis voor zo’n twintig vrouwen van het asielschip. Zij mochten in buurthuis De Stek zelf hun eigen favoriete gerechten koken. De dagelijkse zorgen om familie en vrienden in Jemen, Syrië of Pakistan werden voor even verdreven door de kruidige geuren van de heerlijkste gerechten.
Een vrouw uit Jemen zit aan een tafeltje naast de keuken: “Ik ben assistent vandaag, ik ben als enige hier niet zo’n goede chef.” Ze spreekt Engels. “Vanochtend heb ik wel van alles gesneden en voorbereid. En ruik eens even, die heerlijke kruiden!” Ze haalt haar neus gelukzalig op en wrijft haar wijsvingers naast haar gezicht tegen haar duimen.
“Deze dag is goed voor ons, want we hebben veel zorgen. Als ik Facebook open om te zien wat er nu weer in Jemen gebeurd is, dan knijpt mijn hart samen.”
“Het is het allerslechtste land waar je als vrouw kunt wonen. Vrouwen worden gekidnapt, gemarteld en veroordeeld en waarom? Omdat een deel van je haar zichtbaar is onder je hoofddoek! Het moet zó.” Ze pakt haar hijab onder de kin en trekt ‘m iets strakker zodat haar haar inderdaad niet meer zichtbaar is. “Anders kan je worden opgepakt!”
Een stukje ‘thuis’ in Velsen-Noord
Yvonne Roozekrans van Welzijn Velsen is, samen met het COA, mede-organisator van de kookdag: “Deze dag is toch wel heel belangrijk. Om even iets te dóén. Op het schip kunnen deze vrouwen weinig. De kapitein is de baas op het schip en die wil dat het schip spic en span blijft voor als ie straks weer gaat varen. Dus wilden we hier eens iets organiseren.”
“Het is eenmalig; want er is eigenlijk geen geld, dit is betaald door het COA. Maar ik hoop dat het nog eens kan.”
Op het schip hebben de vrouwen het inderdaad goed, zeggen ze. Zeker in vergelijking met de opvangplekken in Ter Apel en Budel. Maar weer eens zelf koken, dat was voor de meesten alweer maanden geleden. Zo brengen ze een stukje ‘thuis’ naar Velsen-Noord.
En koken is niet: een balletje gehakt, piepers en groenten met een kuiltje voor de jus, nee: Syrische mahshi (gevulde paprika), Pakistaanse pakora (gefrituurde aardappel met groenten en kruiden) Turkse kofte van bulgur en aardappel. En natuurlijk: samen zijn, dat hoort er ook bij.
Iedereen door elkaar
‘Kom hierheen’, gebaart een kleine, wat oudere vrouw vanachter twee grote pannen, als de verslaggever al een bord vol pakora heeft gekregen. Ze wijst op haar mahshi. Beleefd weigeren heeft geen zin: een opscheplepel met de rijstvulling hangt al klaar om niet half, maar helemaal afgehapt te worden.
Het diner is niet alleen voor de vrouwen, er lopen nu allerlei verschillende groepen door elkaar in het buurthuis: de vrijwilligers, sociale werkers en ook een groep kinderen uit Velsen-Noord die altijd op woensdag in het buurthuis is, eet mee. Zelfs de burgemeester zal later ook nog aanschuiven.
‘Rui… ruikt goed!’
Dan loopt ook twintiger Bader binnen met twee vrienden. De bootbewoners weten De Stek steeds beter te vinden. Zij helpen op het schip als tolk voor de doktoren, omdat ze zowel Arabisch als Engels spreken. “And soon ook Nederlands!” voegt Bader toe, met twinkelende ogen achter zijn dikke zwarte montuur.
De keukenaroma’s bereiken dan ook zijn neus: “Smells good, wat is smells? Rui.. ruikt? Ruikt goed!” Voor ze verder iets kunnen zeggen neemt een paar vrouwen ze bij de arm richting de keuken.
Dit bericht is opgesteld door de gezamenlijke redacteur van NH Nieuws en RTV Seaport.