Ouderen in West-NL hebben het zwaar

Ouderen in West-NL hebben het zwaar
Foto: TSN Thuiszorg

Ouderen in West-Nederland, waar de gemeente Velsen onder valt, hebben het beduidend minder makkelijk dan in het noorden of oosten. Er wordt minder naar elkaar omgekeken en er is minder zorg vanuit de buurt of straat. Dat blijkt woensdag uit onderzoek van de stichting Zilver Wonen Weken.

Daarnaast blijkt dat het in West-Nederland lastiger is het huis aan te passen voor meer comfort en veiligheid. Dit, terwijl zelfstandig in het eigen huis kunnen wonen voor alle ondervraagden, samen met een goede gezondheid, bovenaan de wensenlijst van de ouderen staat.

Gelijkvloers
Ouderen geven de voorkeur aan wonen in een flat, etagewoning of appartement. Vaak zijn deze woningen gelijkvloers, en -als de toegang tot het appartement niet via een trap gaat- ondervinden  die bewoners geen problemen met traplopen. In West-Nederland woont 30 procent in zo’n gelijkvloerse woning, terwijl dat in Oost-Nederland slechts 12 procent is.

Bovendien verschilt eigen woningbezit regionaal sterk. Noord-Nederland spant met een percentage van 73 procent koopwoningen de kroon, terwijl West-Nederland slechts 55 procent woningeigenaren kent. Wanneer je niet afhankelijk bent van een huurbaas kun je zelf beslissen welke aanpassingen je aan je woning wilt laten doen. Huurders zijn daarvoor grotendeels veelal afhankelijk van de woningbouwvereniging.

Sociaal vangnet verschilt
Er zitten flinke verschillen in de manier waarop de buren en de overige mensen in de straat naar elkaar omkijken en voor elkaar zorgen. Zo zegt de helft van de West-Nederlanders dat men in de buurt naar elkaar omkijkt, tegenover 65 procent van de Noord-Nederlanders. Ook de deelnemers uit West-Nederland zeggen fors minder voor elkaar te zorgen (33 procent) vergeleken met te mensen die in Noord-Nederland (45 procent) of Oost-Nederland (42 procent) woonachtig zijn.

Ouderen slecht voorbereid op zelfstandig wonen
Een goede gezondheid (79 procent) staat met stip bovenaan de wensenlijst van het ideaal ouder worden. Daarna volgen zelfstandig, in het eigen huis, kunnen blijven wonen (51 procent) en (financiële) onafhankelijkheid.